EINDTENTAMEN, Statistiek I 2e trim, 2013-2014, Docent: Nerbonne THEMA'S Field, 3e ed. Chap. ------- ----- descriptieve begrippen 1, 4.1-4.5 z-toetsen 2, 5.3-5.5 betrouwbaarheidsintervallen, 2.5 significantietoetsen, toetsing 2.6 t-toetsen 9 fracties, aantallen sheets chi-kwadrat 18.1-18.5 niet-parametrische toetsen 15.1-15.4 Correlatie, Cronbach's alpha 6.1-6.3, 17.9 (zie handleiding voor paginanummers in 4e ed.) FORMULES e.d. die nodig zijn (die men MOET weten): gemiddelde, standaarddeviatie variabelen (ook gem.) naar standaardscores (z-scores) converteren standaardfout voor gemiddelden over n individuën gebruik van tabellen voor z, t, chi-kwadraat als andere formules nodig zijn, bijv. betwrouwbarheidsintervallen, worden ze beschikbaar gemaakt! DIAGRAMMEN histogrammen, spreidingsdiagrammen, boxplots, staafdiagrammen, dichtheidskrommen BEGRIPPEN 1. statististisch variabele, waarde, verdeling; meetniveau; nominale/categoriale/kwalitatieve variabelen vs. numerieke variabelen; centrum en spreiding en maten darvoor; normale verdeling, gestandaardiseerde (z) variabele; 2. vertekening 3. GEM. EN SE VAN STEEKPROEFGEMIDDELDE (ook formules) 4. betrouwbaarheidsniveau/ -interval, foutmarge +/- n, kritieke waarde (en p-waarde), significantietoetsen, nulhypothese, alternatieve hypothese, eenzijdige vs. tweezijdige hypothesen, statistische significantie (op nivo alfa), z-toets steekproefomvang, betrouwbaarheidsinterval, fouten van de eerste en tweede soort 5. t-toets, vrijheidsgraden, t-toets voor enkelvoudige steekproeven, t-toets voor twee onafhankelijke steekproeven, t-toets voor gekoppelde paren, effectgrootte 6. fracties (van nominale verdelingen), t-toets analysen 7. relaties onder kwalitatieve variabelen; paradoxe van Simpson; chi-kwadraat (en vrijheidsgraden), verwachte aantallen in tabellen, chi-kwadraat toets voor afhankelijkheid, McNemar toets, Cramer V 14 Nietparametrische Toetsen: tekentoets, Mann-Whitney, Wilcoxon. 17 Betrouwbaarheid (reliability), Cronbach's alpha VOOR ALLE TOETSEN GELDT: LET OP DE RICHTLIJNEN VOOR PRACTISCHE GEBRUIK Waneer wordt welke toets gebruikt?