`VICTOR HUGO ?` zeide hij, den klemtoon op de eerste
lettergreep leggende en met een uitspraak alsof er, in plaats van éé ne
Fransche, vijfentwintig goede Hollandsche G's in den naam geweest
waren. `Ik dacht dat die man niets dan ijselijkheden schreef. Ik heb in
de Letteroefeningen, dunkt mij... H é , dat ontschiet me. . . Ik
dacht dat het zoo'n bloederig man was.