In de editie van de Camera Obscura van 1946 verchilt in deze alinea de vetgedrukte tekst ten opzichte van de editie van 1884.


Vonden wij nog maar in de tractatie van hetzelve scheermes een overvloedig middel van bestaan, zooals eene kunst behoorde te kunnen opbrengen, welke in zulk een nauw verband staat met de beschaving, en van welke zoo onbegrijpelijk veel afhangt in de maatschappij, wij zouden ons alsdan ten minste kunnen getroosten het algemeen profijt niet geheel zonder profijt voor onszelven te behartigen. Maar indien het u als mij gaat, dan verliest gij ook dagelijks kalanten en worden er geen nieuwe geprocreëerd. Gisteren; en deze omstandigheid moveert mij juist u heden te schrijven; gisteren verloor ik mijn laatste patiënt, die gewoon was zich tot in den nek toe te laten razeeren, met een breed instrument en een weinigjen in het harde systema, zooals onze overledene patroon gewoon was de burgemeesters te behandelen, toen men er nog op gesteld was, de deelen der onderkin en des halzes een blozend voorkomen hadden. Nu is het aan de orde zooveel mogelijk haar te laten staan, tot groot affront voor de uitvinding TUBALKAINS en van het chirurgische vak, en ik durf zeggen, tot groot détriment van de goede zeden daarenboven. Want ik praesummeer op goede gronden, dat alle koningsmoordenaars, zelfmoordenaars, oproermakers en comedieschrijvers, in Frankrijk en elders, hunne verwildering grootendeels hieraan te danken hebben, zij van de jaren der pubertas af, hun baard den vrijen teugel en op die revolutionnaire wijze groeien laten, welke men "een jonge Frankrijk" noemt.