back to cluster viewer

cluster path 000011100100

91 words, 319,776 tokens freq alpha suffix

Words in frequency order

1 vertellen 104,056
2 bedenken 31,757
3 uitleggen 25,586
4 voorstellen 25,554
5 verzinnen 19,689
6 raden 14,962
7 herinneren 12,234
8 bepalen 10,073
9 doorgeven 9,034
10 betekenen 8,591
11 schelen 7,608
12 verbazen 4,480
13 vertelle 4,393
14 beslissen 4,225
15 beschrijven 4,216
16 aangeven 3,759
17 uitvinden 2,547
18 verklappen 2,135
19 uitmaakt 2,078
20 uitrekenen 1,909
21 omschrijven 1,435
22 benieuwen 1,396
23 uitlegt 1,183
24 herrineren 1,175
25 achterhalen 1,083
26 verzinne 876
27 inschatten 831
28 uitlegge 788
29 vertelen 712
30 wijsmaken 693
31 voorstelt 655
32 aanwijzen 570
33 bedenke 493
34 rade 485
35 herrinneren 463
36 indenken 429
37 opmerken 354
38 vertellenn 333
39 aanpraten 329
40 vertelllen 298
41 heugen 289
42 voorstelle 278
43 doordringen 269
44 tevertellen 258
45 uitmaakte 257
46 bijbrengen 243
47 opbiechten 241
48 inbeelden 229
49 herineren 216
50 herinderen 189
51 herinnere 181
52 doorlult 176
53 doordringt 174
54 bijleren 172
55 navertellen 148
56 voorsteld 140
57 uitlegd 131
58 vertelln 123
59 uitlegen 122
60 vertellen:p 118
61 doorkrijgen 114
62 ondekken 114
63 vertellen:P 104
64 uileggen 100
65 vetellen 97
66 vertellennn 96
67 latenzien 94
68 bepale 88
69 voorkauwen 88
70 vertelleen 82
71 benieuwe 80
72 uitvissen 77
73 uitvind 76
74 vertele 74
75 beslisse 71
76 toezeggen 71
77 vertllen 71
78 herrinderen 69
79 influisteren 69
80 tussenkomen 69
81 beschryven 66
82 confessen 65
83 vertellee 65
84 zeggen/vragen 64
85 verzinnnen 60
86 herrinere 58
87 ophelderen 58
88 vertellen:D 57
89 opnoeme 53
90 vragen/zeggen 53
91 verzinen 52

Words in alphabetical order

1 aangeven 3,759
2 aanpraten 329
3 aanwijzen 570
4 achterhalen 1,083
5 bedenke 493
6 bedenken 31,757
7 benieuwe 80
8 benieuwen 1,396
9 bepale 88
10 bepalen 10,073
11 beschrijven 4,216
12 beschryven 66
13 beslisse 71
14 beslissen 4,225
15 betekenen 8,591
16 bijbrengen 243
17 bijleren 172
18 confessen 65
19 doordringen 269
20 doordringt 174
21 doorgeven 9,034
22 doorkrijgen 114
23 doorlult 176
24 herinderen 189
25 herineren 216
26 herinnere 181
27 herinneren 12,234
28 herrinderen 69
29 herrinere 58
30 herrineren 1,175
31 herrinneren 463
32 heugen 289
33 inbeelden 229
34 indenken 429
35 influisteren 69
36 inschatten 831
37 latenzien 94
38 navertellen 148
39 omschrijven 1,435
40 ondekken 114
41 opbiechten 241
42 ophelderen 58
43 opmerken 354
44 opnoeme 53
45 rade 485
46 raden 14,962
47 schelen 7,608
48 tevertellen 258
49 toezeggen 71
50 tussenkomen 69
51 uileggen 100
52 uitlegd 131
53 uitlegen 122
54 uitlegge 788
55 uitleggen 25,586
56 uitlegt 1,183
57 uitmaakt 2,078
58 uitmaakte 257
59 uitrekenen 1,909
60 uitvind 76
61 uitvinden 2,547
62 uitvissen 77
63 verbazen 4,480
64 verklappen 2,135
65 vertele 74
66 vertelen 712
67 vertelle 4,393
68 vertellee 65
69 vertelleen 82
70 vertellen 104,056
71 vertellen:D 57
72 vertellen:P 104
73 vertellen:p 118
74 vertellenn 333
75 vertellennn 96
76 vertelllen 298
77 vertelln 123
78 vertllen 71
79 verzinen 52
80 verzinne 876
81 verzinnen 19,689
82 verzinnnen 60
83 vetellen 97
84 voorkauwen 88
85 voorsteld 140
86 voorstelle 278
87 voorstellen 25,554
88 voorstelt 655
89 vragen/zeggen 53
90 wijsmaken 693
91 zeggen/vragen 64

Words in suffix order

1 vertellen:D 57
2 vertellen:P 104
3 uitlegd 131
4 voorsteld 140
5 uitvind 76
6 rade 485
7 vertellee 65
8 uitlegge 788
9 bedenke 493
10 bepale 88
11 vertele 74
12 vertelle 4,393
13 voorstelle 278
14 opnoeme 53
15 verzinne 876
16 herrinere 58
17 herinnere 181
18 beslisse 71
19 uitmaakte 257
20 benieuwe 80
21 raden 14,962
22 inbeelden 229
23 uitvinden 2,547
24 vertelleen 82
25 zeggen/vragen 64
26 uitlegen 122
27 uileggen 100
28 uitleggen 25,586
29 vragen/zeggen 53
30 toezeggen 71
31 doorkrijgen 114
32 bijbrengen 243
33 doordringen 269
34 heugen 289
35 latenzien 94
36 wijsmaken 693
37 ondekken 114
38 bedenken 31,757
39 indenken 429
40 opmerken 354
41 achterhalen 1,083
42 bepalen 10,073
43 schelen 7,608
44 vertelen 712
45 vetellen 97
46 vertellen 104,056
47 navertellen 148
48 tevertellen 258
49 voorstellen 25,554
50 vertelllen 298
51 vertllen 71
52 tussenkomen 69
53 uitrekenen 1,909
54 betekenen 8,591
55 verzinen 52
56 verzinnen 19,689
57 verzinnnen 60
58 verklappen 2,135
59 ophelderen 58
60 herinderen 189
61 herrinderen 69
62 bijleren 172
63 herineren 216
64 herrineren 1,175
65 herinneren 12,234
66 herrinneren 463
67 influisteren 69
68 confessen 65
69 beslissen 4,225
70 uitvissen 77
71 aanpraten 329
72 opbiechten 241
73 inschatten 831
74 aangeven 3,759
75 doorgeven 9,034
76 beschrijven 4,216
77 omschrijven 1,435
78 beschryven 66
79 voorkauwen 88
80 benieuwen 1,396
81 verbazen 4,480
82 aanwijzen 570
83 vertelln 123
84 vertellenn 333
85 vertellennn 96
86 vertellen:p 118
87 uitlegt 1,183
88 doordringt 174
89 uitmaakt 2,078
90 voorstelt 655
91 doorlult 176