Opdracht 1: Een-factor ANOVA ---------------------------- (ANOVA-tabel, Contrasten, Bonferroni) Bij een onderzoek naar de leesvaardigheid bij kinderen in de V.S. werden drie onderwijsmethoden met elkaar vergeleken. De onderwijsmethoden waren (B)asal, (D)irected Reading as Thinking Activity en (S)trategies. Voor het onderzoek werd aan de hand van het lezen van verminkte zinnen een bepaald type tekstbegrip gemeten. In de tabel hieronder staan de resultaten. Voor iedere methode werden 22 kinderen onderzocht. (Gebaseerd op: onderzoek verricht door Jim Baumann en Leah Jones van de School of Education van Purdue University.) groep B D S ---------------- 6 7 11 8 7 7 11 12 4 14 10 7 18 16 7 9 15 6 16 9 11 14 8 14 14 13 13 10 12 9 7 7 12 12 6 13 14 8 4 15 9 13 14 9 6 12 8 12 10 9 6 14 13 11 13 10 14 10 8 8 9 8 5 11 10 8 De daten zijn ook beschikbaar hier. U wilt de gemiddelden van deze drie groepen vergelijken om te kijken of de onderwijsmethode de prestaties beinvloedt. Gezien het hier om drie groep gaat, is enkelvoudige ANOVA de aangewezen methode. a. Formuleer H_0 and H_a. b. Bepaal voor elke groep (B, D en S) het gemiddelde en de standaard- deviatie. Wat is de verhouding van de grootste tot de kleinste standaarddeviatie? Zijn de SD's dicht genoeg bij elkaar om ANOVA toe te passen? c. Voer de andere benodigde toetsen uit om zeker te zijn dat ANOVA toegepast mag worden. d. Voer de ANOVA toets uit en geef verslag van het resultaat. Illustreer de verhoudingen tussen de gemiddelden door een geschikte grafiek. d. Analyseer i.h.b. de contrasten '(D en S) vs. B' (contrast1) en 'D vs. S' (contrast2). Wat toets u bij contrast1 resp. contrast2? Formuleer ze allebei in term van een H_0 en H_a. Geef verslag van het resultaat op de normale manier (waarde van de geschikte statistiek, p-waarde, en conclusie). e. Voer de post-hoc Bonferroni-test uit met alfa=0.05. Van welke groeps-paren zijn de leden significant verschillend?