Opdracht 13b
------------
Een-factor ANOVA
(ANOVA-tabel, Contrasten, Bonferroni)
In een "lexicale beslissingstaak" worden aan proefpersonen woorden of
niet-woorden getoond op een scherm. Een proefpersoon moet beslissen of
sprake is van woord of een nonsense-woord. De tijd die een proefpersoon no-
dig heeft om de beslissing te maken is de reactietijd. De proefpersonen
zijn verdeeld in groepen van zes, acht en tien jaar oud. Elke groep bestaat
uit negen proefpersonen. Onderstaande tabel bevat de reactietijden.
leeftijd
6 8 10
-----------------
710 710 700
899 850 800
860 760 720
900 722 650
752 726 780
785 800 800
850 690 820
850 750 820
920 825 700
De data bevindt zich in h:\share\heeringa\lexi.txt. Lees dit ASCII-
bestand in. Definieer twee kolommen en kies als kolomnamen 'groep' en
'tijd'.
a. ANOVA veronderstelt dat de populaties normaal verdeeld zijn met eventu-
eel verschillende gemiddelden, maar met dezelfde standaardafwijking. Te-
ken voor elke groep een normaal-kwantiel-plot. Zijn de groepen normaal
verdeeld?
b. Bepaal voor elke groep (6, 8 en 10) het gemiddelde en de standaarddevia-
tie. Wat is de verhouding van de grootste tot de kleinste standaarddevi-
atie? Zal toepassing van de ANOVA-toets betrouwbare resultaten geven?
c. Geef de een-factor ANOVA-tabel. Formuleer H_0 and H_a. Wat is je conclu-
sie?
d. Analyseer het contrast '(8 en 10) vs. 6'. Toets of (8 en 10) lagere ge-
middelde reactietijden hebben dan 6. Geef H_0 en H_a, de t-waarde, de P-
waarde, en de conclusie.
e. Analyseer het contrast '8 vs. 10'. Toets of de gemiddelde reactietijden
van 8 ongelijk zijn aan de gemiddelde reactietijden van 10. Geef H_0 en
H_a, de t-waarde, de P-waarde, en de conclusie.
f. Voer de Bonferroni-test uit met alfa=0.05. Van welke groeps-paren zijn
de leden significant verschillend?