Kindertaal

Kleine potjes, grote oren?

Kinderen doen er veel langer over dan tot voor kort werd gedacht om taal op een volwassen manier te leren begrijpen. Bepaalde zinsconstructies interpreteren kinderen wel tot op zeven- tot twaalfjarige leeftijd anders dan volwassenen. Eén van de eerste taalwetenschappers wereldwijd die onderzoek deed naar dit 'late' taalbegrip van kinderen, is Dr. Irene Krämer van de Radboud Universiteit Nijmegen. Wij vroegen haar wanneer kinderen nu precies goede verstaanders worden.

Vanaf wanneer begrijpen kinderen de eerste woorden?

Dat is per kind verschillend. De verschillen liggen erg ver uit elkaar. We denken dat de meeste kinderen woorden gaan leren rond 9 maanden. Maar net zoals er kinderen zijn die na 10 maanden al beginnen te praten en er kinderen zijn die pas na 15 maanden beginnen met praten, verschilt het per kind vanaf wanneer ze woorden daadwerkelijk begrijpen.

Hoe kan men testen of kinderen woorden begrijpen als ze nog niet kunnen praten?

Dat is inderdaad lastig te onderzoeken. Je kunt bijvoorbeeld de tijd meten hoelang baby's aandachtig naar een object kijken. Zo kun je bijvoorbeeld vragen: Waar is de bal? Als de aandacht dan richting de bal gaat, kan je concluderen dat ze het woord herkennen. Je kunt ook de hersenactiviteit van baby's meten. Zo kun je bijvoorbeeld zien of de activiteit van de hersenen anders is als een baby een bestaand woord hoort, of onzinklanken. Als de hersenen anders omgaan met een woord dat echt iets betekent dan met een onzinwoord, dan weet je dat de baby het woord herkent. Al weet je dan nog niet zeker of de baby ook de betekenis van het woord begrijpt.

Kunt u wat vertellen over uw eigen onderzoek?

experiment met 
pop

Ik heb vooral onderzoek gedaan naar het begrip van zinnen waarin de context belangrijk is. De context is alles wat er om die ene zin heen zit, dus bijvoorbeeld, wat er gebeurde voorafgaand aan de zin. Ik heb bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar het woordje'veel'. De interpretatie van 'veel' is afhankelijk van de context. 'Veel' in 'veel pindakaas op je brood' is bijvoorbeeld anders dan 'veel' in 'veel zand in de zandbak'. Kinderen van twee jaar beseffen dit al. Maar de betekenis van 'veel' is ook afhankelijk van iemands mening: een miljonair heeft waarschijnlijk een andere interpretatie van 'veel geld' dan ik. Dit leren kinderen pas veel later, omdat ze zich daarvoor moeten verplaatsen in de ander. Zelfs kinderen van acht jaar kunnen dit vaak nog niet. In plaats van zich te verplaatsen in de ander, leggen kinderen hun eigen criteria aan om 'veel' te begrijpen. Zo zie je dat grotere kinderen vijf knikkers niet zo veel vinden, en dat kleine kinderen vijf knikkers vaak wel veel vinden. Dat heeft ermee te maken dat kleine kinderen het vaak nog moeilijk vinden om tot vijf te tellen. Dan moet vijf dus wel heel veel zijn.

Is het begrijpen van zinnen iets waar hard op geoefend moet worden, of gaat het leren vanzelf?

Het gaat vanzelf en onbewust, als ouder heb je er maar weinig invloed op. Kinderen hebben het juiste voorbeeld wel nodig, maar met een goed voorbeeld alleen kom je er niet. Een groot deel hangt toch af van het onbewuste leerproces bij het kind.

Rond welke leeftijd is een kind nu echt een goed verstaander?

Belangrijk is het onderscheid tussen 'verstaan' in de zin van horen, en 'verstaan' in de zin van begrijpen. Voor kinderen van twee is horen of een woord goed of fout is geen probleem. Rond het derde jaar begrijpen kinderen al zinnen als 'Het meisje wordt door de hond gebeten'. Maar ze gaan daarbij uit van het meest waarschijnlijke: honden bijten, meisjes niet. Anders wordt het bij een zin als: 'Het meisje wordt door de jongen geslagen'. De regel van het meest waarschijnlijke gaat hier niet op, de betekenis is bij deze zin afhankelijk van de woordvolgorde en grammaticale functie. Het begrijpen van dit soort zinnen komt rond het vijfde jaar. De recente ontdekking dat de ontwikkeling van taalbegrip daarna nog doorgaat tot soms wel het twaalfde jaar, komt voor taalwetenschappers als een enorme verrassing. Maar als je bedenkt hoe ongelofelijk veel manieren er zijn om je uit te drukken, is dat helemaal niet zo vreemd. Kinderen leren eerst de 'gewone' manieren om 'gewone' betekenissen uit te drukken. Pas later leren ze dat ze speciale constructies kunnen gebruiken om juist afwijkende betekenissen uit te drukken. Dat mechanisme bestaat in alle talen van de wereld. En tenslotte moeten de kinderen nog leren dat als anderen zo'n speciale vorm kiezen, ze daar waarschijnlijk ook een speciale betekenis mee op het oog hebben. Dat is echt een stap die kinderen pas op wat latere leeftijd kunnen zetten. Op de tentoonstelling laten we daar een mooi voorbeeld van zien.

 

< TERUG