L&J stellen dat zo gauw we denken en praten over meer abstracte sociale issues, ons taalgebruik in hoge mate en onvermijdelijk een metaforisch karakter heeft. Dat is zo bepalend voor de mogelijkheid om überhaupt over dat soort zaken te kunnen praten en denken, dat je hier niet meer kunt spreken over incidentele beeldspraak zoals iedereen die wel kent uit de letterkundeles van de middelbare school. Het soort metaforiek waar het hier om gaat, is de gewone conventionele manier van praten en denken, en in die zin niet niet-letterlijk.