| Overzicht | Algemeen |
Woordklassen [1] [2] [3] [4] [5] |
Functionele kenmerken |
distributie
positieverandering hoofd- vs. bijzin
(1) ..dat de bal weg rolt
inversie met het subject
(2) De bal rolt weg
(3) Rolt [de bal] weg ?
[ te ] (na infinitiefmarkeerder)
(4) weg te rollen
[ aan het ]
(5) De bal is aan het rollen