Overzicht Algemeen Woordklassen
Functionele kenmerken
[1] [2]

inherente vs. niet-inherente kenmerken

inherent: drukt een kenmerk van het woord zelf uit

• voorbeeld: boek-en
-en drukt uit het kenmerk getal met als waarde meervoud
boeken verwijst daardoor naar meerdere elementen in de werkelijkheid
dus drukt getal een kenmerk van het woord zelf uit

niet-inherent: drukt de relatie van het woord met andere elementen uit

• voorbeeld: wij lez-en
-en drukt opnieuw meervoud uit,
maar dat is geen kenmerk van lezen zelf maar van wij
en dus drukt getal hier uit dat lezen in een relatie staat met wij (agreement)

• twee typen:

1. uitdrukking van een kenmerk van een ander element = agreement
2. uitdrukking van een grammaticale relatie = naamval, actief/passief