In de editie van de Camera Obscura van 1946 verschilt in deze alinea de vetgedrukte tekst ten opzichte van de editie van 1884


Men pleistert bij den Geleerden Man. "Je hebt nog niet hard gereden, GERRIT!" - "Kniebandjes losmaken, heeren," zegt de man, zijn jas uittrekkende, daar de zonneschijn hem begint te hinderen, en zich vertoonende in zijn blauw buis met korte panden, geel vest, en fulpen broek, waarvan de pijpen op zij met een menigte beenen knoopen prijken. De studenten, GERRIT, en de paarden nemen hun prandium. Alles is reeds weder in gereedheid. "Wacht!" roept zus, "we moeten een grap hebben. DUIN! steek de lantarens op." - "Lantarens bij klaarlichten dag?" vraagt DUIN, bleek wordende. "Wis en zeker!" roept GERRIT van den bok, knipoogende en met de grootste deftigheid, "jekan 't niet weten: een ongeluk zit in een klein hoekje. Hiep, hie! haastje wat, DUINTJE."