|
Overzicht |
als procedure |
relaties |
Intermezzo |
[1] [2] [3] |
Verplaatsing |
een naamwoord(sgroep) verwijst naar een entiteit (referentie)
a. rechtstreeks (nomina) 2 soorten pronomina:thee, Teun, de moeder van Kim, etc.: referentieelb. niet rechtstreeks (pronomina)ik, zij, jullie, zichzelf, elkaar, diens, etc.: semi-referentieel
a. interpretatie via de context (discourse) bindingik, zij, jullie, etc: pronominab. interpretatie via een ander element in de zin (antecedent)zichzelf, elkaar: anaforen
het toekennen van een referentie aan een anafoor