Slavic Languages and Cultures Department, University of Groningen
Listen to the Slavic languages
Luke 2: 1-20  
Polish and Dutch

 
Listen to the Polish text

Back to language choice

Switch to Polish and English
Back to choice of Polish texts

Switch to Polish and Russian



1 I stało się w one dni, że wyszedł dekret od cesarza Augusta, aby popisano wszystek świat.

1 En het geschiedde in die dagen, dat er een bevel uitging vanwege keizer Augustus, dat het gehele rijk moest worden ingeschreven.
2 A ten popis pierwszy stał się, gdy Cyreneusz był starostą Syryjskim. 2 Deze inschrijving had voor het eerst plaats, toen Quirinius het bewind over Syrië voerde.
3 I szli wszyscy, aby popisani byli, każdy do miasta swego. 3 En zij gingen allen op reis om zich te laten inschrijven, ieder naar zijn eigen stad.
4 Wstąpił też i Józef z Galilei z miasta Nazaretu do ziemi Judzkiej, do miasta Dawidowego, które zowią Betlehem, (przeto iż on był z domu i z familii Dawidowej;)
4 Ook Jozef trok op van Galilea, uit de stad Nazaret, naar Judea, naar de stad van David, die Betlehem heet, omdat hij uit het huis en het geslacht van David was,
5 Aby był popisany z Maryją, poślubioną sobie małżonką, która była brzemienną. 5 om zich te laten inschrijven met Maria, zijn ondertrouwde vrouw, welke zwanger was.
6 I stało się, gdy tam byli, wypełniły się dni, aby porodziła.
6 En het geschiedde, toen zij daar waren, dat de dagen vervuld werden, dat zij baren zou,
7 I porodziła syna swego pierworodnego; a uwinęła go w pieluszki, i położyła go w żłobie, przeto iż miejsca nie mieli w gospodzie. 7 en zij baarde haar eerstgeboren zoon en wikkelde Hem in doeken en legde Hem in een kribbe, omdat voor hen geen plaats was in de herberg.
8 A byli pasterze w onej krainie w polu nocujący i straż nocną trzymający nad stadem swojem.
8 En er waren herders in diezelfde landstreek, die zich ophielden in het veld en des nachts de wacht hielden over hun kudde.
9 A oto Anioł Pański stanął podle nich, a chwała Pańska zewsząd oświeciła je, i bali się bojaźnią wielką. 9 En opeens stond een engel des Heren bij hen en de heerlijkheid des Heren omstraalde hen, en zij vreesden met grote vreze.
10 I rzekł do nich Anioł: Nie bójcie się; bo oto zwiastuję wam radość wielką, która będzie wszystkiemu ludowi: 10 En de engel zeide tot hen: Weest niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die heel het volk zal ten deel vallen:
11 Iż się wam dziś narodził zbawiciel, który jest Chrystus Pan, w mieście Dawidowem. 11 U is heden de Heiland geboren, namelijk Christus, de Here, in de stad van David.
12 A to wam będzie za znak: znajdziecie niemowlątko uwinione w pieluszki, leżące w żłobie. 12 En dit zij u het teken: Gij zult een kind vinden in doeken gewikkeld en liggende in een kribbe.
13 A zaraz z onym Aniołem przybyło mnóstwo wojsk niebieskich, chwalących Boga i mówiących: 13 En plotseling was er bij de engel een grote hemelse legermacht, die God loofde, zeggende:
14 Chwała na wysokościach Bogu, a na ziemi pokój, w ludziach dobre upodobanie.
14 Ere zij God in den hoge, en vrede op aarde bij mensen des welbehagens.
15 I stało się, gdy odeszli Aniołowie od nich do nieba, że oniż pasterze rzekli jedni do drugich: Pójdźmyż aż do Betlehemu, a oglądajmy tę rzecz, która się stała, którą nam Pan oznajmił.
15 En het geschiedde, toen de engelen van hen heengevaren waren naar de hemel, dat de herders tot elkander spraken: Laten wij dan naar Betlehem gaan om te zien hetgeen geschied is en ons door de Here is bekendgemaakt.
16 A tak spiesząc się, przyszli i znaleźli Maryję i Józefa, i ono niemowlątko leżące w żłobie. 16 En zij gingen haastig en vonden Maria en Jozef, en het kind liggende in de kribbe.
17 I ujrzawszy rozsławili to, co im było powiedziano o tem dzieciątku. 17 En toen zij het gezien hadden, maakten zij bekend hetgeen tot hen gesproken was over dit kind.
18 A wszyscy, którzy słyszeli, dziwowali się temu, co im pasterze powiadali. 18 En allen, die ervan hoorden, verbaasden zich over hetgeen door de herders tot hen gezegd werd.
19 Lecz Maryja zachowywała wszystkie te słowa, uważając je w sercu swojem. 19 Doch Maria bewaarde al deze woorden, die overwegende in haar hart.
20 I wrócili się pasterze, wielbiąc i chwaląc Boga ze wszystkiego, co słyszeli i widzieli, tak jako im było powiedziano. 20 En de herders keerden terug, God lovende en prijzende om alles wat zij hadden gehoord en gezien, gelijk het hun gezegd was.
Polish text: Biblia Gdańska Dutch text: Nieuwe Vertaling (Nederlands Bijbelgenootschap)
The Polish text was read by Hana Toby and recorded by Peter Houtzagers

Peter Houtzagers. Last Modified: February 20, 2019