Het automatisch ontleden van zinnen op basis van een formele grammatica is ongetwijfeld één van de best bestudeerde gebieden van de computationele taalkunde en ook één van de gebieden waar de meeste vooruitgang is geboekt. Veel theoretische taalkundigen nemen de resultaten van het onderzoek naar automatisch ontleden zeer serieus en proberen hun grammaticamodellen zo in te richten dat er (efficiënte) ontleders voor te construeren zijn. Dit heeft onder andere geleid tot een grote aandacht voor theorieën die geen gebruik maken van transformaties. Van transformationele grammatica's is bekend dat ze veel problemen oproepen voor een automatische ontleder. Voor veel nontransformationele grammaticale theorieën daarentegen, is het tamelijk eenvoudig een automatische ontleder te ontwerpen. Door deze eigenschap van de theorie te benadrukken hopen taalkundigen tenminste enig inzicht te krijgen in de vraag hoe het kan dat menselijke taalverwerking (vergeleken met de prestaties van de beste computationele taalverwerkers) zo enorm efficiënt is.